donderdag 14 augustus 2008

Sneeuwwitje

Met afstand de meest naieve slet ooit!
Een psycho-analyse van de kouwe grond, over en van een sprookje dat elk meisje al generaties lang fascineert. Waarom?
Omdat elke tiener worstelt met dezelfde dingen, en omdat van hun opvoeders geen relevante antwoorden te verwachten zijn, dat heeft de moderne geschiedenis inmiddels wel aangetoond.
Je raakt in problemen door de voorbeelden waarmee je opgroeit. Dat is voor een tiener een lastige constatering, dat begrijp ik. Je hebt immers niets anders als die voorbeelden uit je omgeving om op te varen!

Je word als opgroeiende tiener het huis van je vader uitgeflikkerd door je (stief-) moeder. Waarom?

Hoe oud is dat Sneeuwwitje nou eigenlijk? Een meisje van een jaar of 15, 16? Waarom wordt jou de deur gewezen? Wat denk je zelf dan?!!!
Omdat jij een lekker ding bent dat strak in het vel zit, en in het gelukkige bezit bent van borstjes en andere erogene lichaamsattributen die nog geen ernstige hinder ondervinden van de zwaartekracht. Dat hoort uit de aard der dingen bij de leeftijd die jij hebt. En eerlijk gezegd, in elke andere primitievere cultuur was jij op die leeftijd natuurlijk allang uitgehuwelijkt aan een of andere vent. Dus doe nou niet alsof het aan die achterlijke moslims ligt, die macho haantjes uit die cultuur zijn waarschijnlijk oprechter en minder verwart als een gezonde Hollandse jongen…
Omdat je nog geen idee hebt over de lust van mannen en op die leeftijd nog naïef genoeg bent om de doortrapte strategieën van die geile mannen nog niet te doorzien, laat je je verleiden tot allerlei vreemde attitudes naar mannen, waardoor (stief)mamma vervolgens niet de aandacht heeft van die mannen die zij zo graag zou willen hebben. Jouw onbekendheid met de aard van mannen maakt je nieuwsgierig, en je eigen nieuwe, onzekere gevoelens over je opbloeiende vrouwelijkheid maken je kwetsbaar, maar ook aantrekkelijk voor mannen, en natuurlijk vooral ook voor jongetjes die met dezelfde gevoelens worstelen als jij…

En mamma word steeds meer gefrustreerd door de aandacht die jij wel krijgt, en zij niet…

Mamma weet inmiddels wel hoe het zit met die mannen, bewust of intuitief. En dan begrijp jij er niets van en verslijt jij je moeder voor een afvallige vrouw, omdat zij je eerst heeft verteldt dat mannen leuk zijn, en als die mannen jou leuk beginnen te vinden vindt zij jou plots niet meer leuk. Hoe kan dat nou? Boos begin je alles te doen waar mamma je voor gewaarschuwt heeft, ook pappa is niet meer zichzelf, want hij trekt partij voor die heks van een moeder! En jij bent alleen maar op zoek naar antwoorden op je vragen.

Je hebt natuurlijk geen idee van de invloed die deze heks over je vader heeft. Je zag hem immers als je vader, jouw held, en niet als een man. Je hebt nog geen idee wat vrouwen met mannen kunnen doen. Pappa kan er niets aan doen, hij is pappa. Je moeder gaat jou toch niet vertellen hoe dat zit met vaderfiguren? Ze vertelt je over prinsen, maar toch niet over vaders?! Want dat ruikt naar incest, en dat is verboden. Het is beter de boodschap over mannen te verpakken in dat mysterie van de prins, daarmee stel je dat lastige verhaal als moeder nog even uit en dan kan je even nadenken over het meest politiek correcte antwoord. We zien wel. Oma had al geen idee, dus hoe kan mamma een vraag stellen dan?
Je herkent je eigen moeder niet meer, het moet wel iemand zijn die niets met jouw familie te maken heeft, het is een heks, een stiefmoeder! Het sprookje is geboren…

De jager die opdracht heeft je te vermoorden krijgt het niet over zijn hart jou om te brengen. Waarom?

Je loopt (toevallig?) het huis binnen waar 7 mannen wonen. De bedjes zijn wel een beetje klein, maar je legt je desondanks te slapen. Waarom?

Je leeft vrolijk samen met 7 mannen. Waarom?

Je stiefmoeder krijgt er maar geen genoeg van zich met jou te meten. Waarom?

Na het eten van het verboden fruit ben je jarenlang schijn-dood. Waarom?

De 7 mannen stellen jou in een glazen kist tentoon. Waarom?

Een prins kust je na een lange, diepe slaap wakker. Waarom?

Wat is dat voor eikel eigenlijk, die prins? Waarom?

En dan worden de schoonheid en de eikel heersers over het rijk. Waarom?

En toen leefden zij nog lang en gelukkig. Waarom?

En met dit soort onzin voeden wij onze dochters op? Vooral de moeders van die meiden zouden beter moeten weten, maar ja, die zijn daar ook mee opgevoed dus die weten niet beter. Het blijven meiden, en hoewel zij hardnekkig beweren volwassen geworden te zijn lijkt daar in deze context weinig sprake van te zijn. De mythe van de kwade stiefmoeder en de schone prins op het witte paard is lastig uit te roeien zolang wij onze dochters dit soort rommel blijven voeren. En als opgroeiend jong manspersoon, schoon of niet, te paard of in de auto, weet je ook niet veel beter als dat het meisje dat jouw hart begeert slechts te gewinnen is als jij die prins bent. Dus is een grote pik verlangd, of het substituut daarvoor, gezonde genen, een dikke auto en een dikke portemonnee. Het toneelstuk ligt op de loer, en het loopt dan ook gierend uit de klauwen, want die schone jongeling is immers geen prins. En ergens, onbewust, weet hij dat… Hij heeft geen idee hoe aan de vraag te voldoen.


Ik ben ouder nu, maar ik pis nog steeds tegen de wind in.

Want die vijftienjarigen zijn in hun onbevangenheid vaak wijzer dan hun moeders, en ik heb te doen met de moeders…

Bij de emancipatie van de vrouw hebben we de man vergeten, uit de aard van de revolutie is dat natuurlijk evident. Nu staat er een generatie vrouwen en meisjes in de westerse wereld waar geen man meer iets van begrijpt. Dus wat doen die prinsen? De kont tegen de krib! Het duurt soms even eer die schone jongelingen door hebben waar het die slecht opgevoede prinsesjes op de erwt om te doen is, maar als het kwartje eenmaal gevallen is haken de prinsen af. Tegen de tijd dat ze dertig zijn is het merendeel gescheiden en in het gelukkige bezit van een uitspraak van de rechter die hen verplicht tot alimentatie voor de kinderen en een minnares die nog veel meer geld kost.

In het bovenstaande komt regelmatig de vraag waarom voor. Het antwoord op die vragen lijkt mij bijzonder relevant. Niet alleen voor de pappa’s en de mamma’s, maar vooral voor de zonen en dochters…

maandag 4 augustus 2008

Agressie, de magie van kracht én verbinding

Agressie en kracht wordt gemakkelijk beschouwd als gewelddadig overschrijden van grenzen waardoor mensen zich onveilig voelen. Dan veroorzaken agressie en kracht gemakkelijk verwijdering tussen mensen. Kijk maar naar wat er rond de agressie van Amerika en Irak gebeurde met de internationale eenheid van het westen en met de kloof tussen het westen en de Arabische wereld. Kijk ook maar wat er gebeurt in liefdesrelaties en werkrelaties. Zo zijn er veel voor­beelden, ook in mijn eigen leven, die lijken te bevestigen dat agressie en kracht verwijdering teweeg­brengt, terwijl het ons, denk ik, uiteindelijk allemaal te doen is om contact, ontmoeting en verbinding. Kan agressie en kracht ook ten dienste staan van verbinding en eenheid? Het moet toch kunnen dat ik met kracht voor mezelf sta, voor wat ik wil en waar mijn grenzen liggen en tegelijkertijd in verbinding blijf met mezelf én de ander? Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan omdat de heersende ideeën daarover voor mij soms verwarrend zijn. Wat zeggen míjn ervaringen?

In hoeverre kan ik de ruimte nemen om te zeggen waar mijn grenzen liggen? Mag ik dat geboorterecht desnoods met agressie beschermen als mensen mijn recht op mijn ruimte dreigen te schenden? Als ik mijn ruimte neem en mijn grenzen trek, neem ik dan ruimte van een ander af? Mijn oude angsten voor afwijzing en niet te gezien worden, fluisteren me in dat ik me maar beter kan aanpassen. Of moet ik mijn kracht inslikken en me kleiner maken zodat de ander niet hoeft te schrikken? Zeker niet. Mijn drang naar trouw aan mezelf moedigt me aan om zonder omhaal van mijn geboorterecht op mijn ruimte gebruik te maken zonder me daarbij op te blazen. Desnoods zet ik dat kracht bij als een ander dat recht over het hoofd ziet of het bedreigt, bijvoorbeeld door begrip te vragen voor wat ik wil en aangeven waar mijn grenzen liggen, én begrip hebben voor de schrik van een ander? Als dát zou kunnen? Ja, waarom niet?

Een verlangen dat voor mij steeds weer als kwetsuur op komt, is die van “gezien worden”. Als ik met kracht respect voor mijn wensen en grenzen afdwing, voel ik me dan eigenlijk gezien? Eerlijk gezegd niet. Zoiets van “Zou ik het ook gekregen hebben zonder mijn controle?” Dan voel ik nog steeds geen bevredigende verbinding. En daar is het me uiteindelijk toch om te doen. Ik wil graag gezien worden, laten zien wat het me doet, mijn kwetsbaarheid, wat ik dan nodig heb, en natuurlijk ook mijn stevigheid.

In het verleden heb ik me regelmatig gekwetst gevoeld omdat ik me niet gezien voelde. Mijn vader heeft me vaak gezegd: jongen, denk toch eens na voor je wat zegt (introject). Hij vond het lastig om mijn bespiegelingen te horen. Ik heb dat opgevat als “ik ben lastig”. Daarom heb ik de strategie ontwikkeld om me in stilte voor te bereiden en dan alleen met kracht mijn conclusies, wensen en grenzen te presenteren. Want die kon mijn vader wél horen. En tegelijkertijd speelt de gedachte mee van “Ik kijk wel uit om me nog een keer kwetsbaar te tonen; ik ga niet solliciteren naar een volgende koude douche!”
Dus dan maak ik het proces dat ik doormaak onzichtbaar, maar het resultaat zál je zien. Dat ziet er aan de buiten­kant al snel uit als “een en ander regelen” ofwel hem voor mijn karretje spannen en dat roept terecht verzet op.

De andere kant ken ik ook goed, namelijk vooral mijn kwetsbaarheid tonen en niet mijn kracht. Dat gaat al snel lijken op een hulpeloos kind dat zit te wachten tot de ander voor hem gaat zorgen. Dit is een andere manier om een ander voor mijn karretje te spannen. Dus ook een vorm van agressie. Ook dat stoot af; geen lekkere verbinding.

Dus of ik nou op die manier mijn kracht inzet of mijn kwetsbaarheid, ik heb nog steeds niet het bedoelde contact. Ik ben dan in feite steeds met grenzen bezig als lijnen die mij scheiden van wat ik wil hebben of die overschreden worden als iemand iets van mij wil hebben. Ik heb hierbij jarenlang wanhoop gevoeld. Het voelde alsof mijn behoefte om gezien te worden en mijn agressie om mijn behoefte vervuld te krijgen, het contact met mijn eigen hart / kern in de weg stond. Maar hoe ga ik dan wel in contact?

Een belangrijke doorbraak rond mijn agressie heeft te maken met het feit dat ik me kan irriteren en kwaad maken als iemand iets in mijn ogen niet goed doet. Ik bleek het mezelf niet te kunnen vergeven als ik zo zou doen als de ander. Ik projecteerde mijn eigen tekortkomingen op anderen en gaf hen op hun kop. Een tijd geleden ben ik in een zweethut met tien mannen hier onbeschaamd voor uitgekomen. Ik heb mezelf in hun aanwezigheid vergeven dat ik minder volmaakt was dan ik mezelf wijs had gemaakt. Dat was een opluchting. Het spijt me dat ik soms mensen met mijn agressie afwijs, dat ik die mensen daarmee geen recht doe en met name ook mezelf en mijn verbondenheid met hen geen recht doe. Mezelf vergeven en met mildheid en compassie bekijken, geeft me meer gemak. Het blijkt mijn manier van kijken naar anderen meer te vervullen van begrip voor hún weg. Ik realiseerde me dat het een teken van groei is dat ik bij het achterom zien nu wél merk dat ik mezelf en anderen soms pijn heb gedaan. Dus het zou zonde zijn als ik mezelf met dit inzicht juist verwijten zou maken. Mezelf vergeven helpt me verder, met name in het contact met mijn eigen hart / kern.

Mijn kracht verandert dan van de kracht om mijn behoefte vervuld te krijgen, in kracht om bij mijn hart / kern te blijven en van daar uit te leven, een kracht die rust en vertrouwen uitstraalt. Dat is een kracht die steeds uit gaat van de verbinding waarin ik leef. Deze verbinding is alleen niet voelbaar als ik mijn kracht inzet uit angst dat mijn behoefte niet vervuld wordt. Een verbinding is bevredigend/voedend als ik vanuit mijn hart leef.

Door deze verandering is de manier waarop ik mij profileer en met mijn grenzen omga veranderd. Grenzen zijn enerzijds een scheiding tussen jou en mij. En tegelijkertijd bieden ze dé mogelijkheden tot verbinding. Mijn grenzen helder neerzetten is prima, anders loop ik het risico dat mijn grenzen vervagen waardoor ik mezelf onzichtbaar maak en de ander niet meer voelt waar ik sta. Zoals in een emmer snot: je kan grijpen wat je wilt maar je krijgt niemand te pakken. Hallo, is er iemand thuis? Ik voel de wens om me eerst met mijn grenzen los en zichtbaar te maken vóór ik mij verbind. Alsof dat de enige goede volgorde voor mij is. Zonder grens dus geen contact.