maandag 8 december 2008

Vertraagde woede

Enige tijd geleden schreef ik een column toen een gerenommeerd weekblad, dat VrijNederland toch pretendeert te zijn, meende een uitgave te moeten wijden aan de vraag wat typisch Nederlands is. De aanleiding daartoe was de ‘normen & waarden’ campagne van ons geachte staatshoofd, JPdeMP. Wij werden toen geacht te gaan stemmen in een referendum waar geen hond ook maar iets van snapte.

Het kinderlijke, naïeve zo je wilt, van Amerika komt door de globalisering boven drijven. De armoede aan culturele voedingsbodem voor de ontwikkeling van nuance, het gebrek aan geschiedenis en oorspronkelijk besef van eigenheid van het Noord-Amerikaanse continent behoorden blijkbaar niet tot het waarnemingsveld van de MP en de nieuwe secretaris-generaal van Nato en dus kropen zij als schooljongens door het stof voor een macho warlord. De diepgang van een kopje thee is verheven tot norm, en de waarde daarvan word met geweld tot doorslaggevende factor verheven.

Anderzijds kun je je afvragen wat een regio als Nederland op zowel Europees als globaal niveau nog voor betekenis heeft. Een minister die zeurt over parodieën op het koningshuis en zich opwind over het verval van zijn normen en waarden kan zich niet permitteren een economisch instituut als Nederland te conformeren aan de door middelmatigheid van ‘wereldmachten’ gedomineerde globale markten. De bilspleet van een acteur likken die speelt dat hij de leider van Amerika is valt niet te rijmen met de opwinding die je creëert door te verkondigen dat je hecht aan traditionele normen en waarden. Nederlandse jongens naar een door Amerika gekolonialiseerd land sturen heeft geen pas als je als samenleving het Poldermodel predikt. Als je niet begrijpt dat die wereldmarkt niet beheerst word door landen of door staatkundige ideeën, maar door multinationale bedrijfsvoering, dan heb je in je wijdse Nederlandse opvoeding iets gemist. Bijvoorbeeld dat de allereerste Multinational ter wereld de VOC was, en hoe die ontstond, hoe zij functioneerde en wat de impact van die idee was. Vanuit het gezichtspunt van iemand als een Nederlands staatshoofd een niet onbelangrijk gegeven, toch?

De stampij over de parodie op het koningshuis en de uitspraken van de MP die destijds volgde illustreert de onmacht van het instituut politiek over andere instituten, zoals de media, en eigenlijk alle andere instituten, of het nu de landbouw, de industrie, economie, politiek, cultuur en zo meer is. De politiek heeft geen enkele invloed in het dagelijkse leven, tenzij haar ideeën met dwang en het nodige geweld worden opgelegd.
Het illustreert vooral dat het iedereen worst zal zijn, we kankeren wel, maar als het er op aan komt is de enige mening die telt de eigen mening. Niet gehinderd door enige kennis van welke zaken dan ook meent elke hufter die naar Hart van Nederland kijkt zich een mening te kunnen permitteren over welk onderwerp dan ook. Als je diezelfde idioot vraagt wie er een muur ken metselen, of wie het plaatwerk van een auto ken lassen, schreeuwen zij in koor dat zij, en niemand anders, dat kennen. Als een schrijver, of een schilder of een van die andere figuren die filosoferen over het leven en de mensheid, die pretentie heeft worden zij uitgelachen.
Enerzijds laten zij de ideen over waar het met de maatschappij naar toe moet aan een zogenaamde politicus over, en vervolgens menen zij zich een mening te kunnen vormen om te kunnen stemmen over die keuzes. Als je kunt ademhalen mag je stemmen, niet gehinderd door welke kennis dan ook. Je mag toch ook in een auto rijden? Je mag je bezatten, je mag neuken en een kind op de wereld zetten. Ook daarin word je niet gehinderd door kennis van zaken, dus waarom zou je om te kunnen stemmen iets moeten leren? Ik heb toch al een boek?! Iets weten of kunnen, iets leren is een verloren kunst, en op z’n best verworden tot een manier om geld te verdienen zodat je ken kopen wat je meent dat je vrijheid biedt.
Eindeloze bevestigingen dat alles te koop is. Dat is prima, zolang je je realiseert wat je aan het doen bent. Aan het eind van de rekening moet je niet gaan kankeren dat je ergens onderweg de normen of de waarden van je opa hebt verloren door een idioot die deze net zo onnadenkend met voeten treed. Of je blanke buurman nu papiertjes morst op de straat waar jij boodschappen doet of de getinte kleindochter van de schoonmaker van jouw opa die een doekje om haar hoofd meent te moeten dragen om haar identiteit te behouden. Want die ander heeft misschien andere normen, maar elk mens heeft dezelfde waarden.

Als we dat onderscheid uit het oog verliezen zijn we allemaal verloren.

dinsdag 2 december 2008

Who's on first...

Mensen lijken maar niet in staat met elkaar te communiceren. Woorden schieten steeds weer tekort. De kunst is er om te kunnen lachen...

dinsdag 18 november 2008

Dat ene zinnetje...

...
waar de liefde van de lust
steeds weer zal gaan verliezen
omdat zij niet kan kiezen
tussen goed en niet zo kwaad
...

zondag 26 oktober 2008

Koekoek...

Heb je het duister horen vallen?

zaterdag 25 oktober 2008

N8

Toen ik een jaar of 15 was schreef ik een geschiedenisscriptie over de gebroeders de Witt. Het was mij opgevallen dat er een parallel te trekken viel met de Franse revolte, en de vergelijkbare positie van Robespierre. Mijn fascinatie met dit onderwerp is onverminderd groot.
In de aanstaande museumnacht in Amstelredam is dit schilderij van de brute moord op de gebroeders te zien in het Rijksmuseum. Een bezoek staat bovenaan mijn lijstje...

dinsdag 21 oktober 2008

Dansen aan zee...



Een mooie dame danste met mij toen ik droomde, van een walsje op het strand.Voor mijn vader.Hij keek over mijn schouder en voelde haar adem.

maandag 20 oktober 2008

meer citaten...

Het berichtje uit de blog dat ik hieronder gepost heb is natuurlijk heel erg boos, maar er klinkt teweinig gif in door, naar mijn smaak.

Dus, daar gaan we. Een citaat van van Gogh:

Worstel nooit met een zwijn. Je wordt smerig en het zwijn vind het lekker.

http://antroposofieindepers.blogspot.com/

Niet alleen erg fijn geschreven, maar ook nog een punt...
Kijk maar eens op de blog waar ik dit vanaf geplukt heb.

Populistisch
Ja, dit reclamebord verwijst inderdaad naar de Jumbo. Die staat vlakbij hetzelfde pleintje waar ook het Entrepot aan ligt...
Het duurt niet lang meer, en dan loopt de ambtstermijn van George W. Bush ten einde. Hij was degene die de Verenigde Staten een oorlog in Irak liet beginnen, die nog altijd niet volledig afgerond is. De redenen die hij opgaf voor deze oorlog zijn intussen vrijwel allemaal waardeloos gebleken. Jaren zijn voorbijgegaan. Roemloos gaat hij nu ten onder, de betrokkenen verbijsterd achterlatend.
Het is een associatie die mij zomaar inviel, niet bedoeld om een analogie te schetsen. Maar wel naar aanleiding van de reacties gisteren en vandaag op de weblog van Aertjan Grotenhuis. Ik schreef gisteren in ‘Gehoor’ over Grotenhuis’ nieuwste bijdrage, over, hoe kan het ook anders, de voorgenomen btw-heffing op complementaire behandelvormen. De reacties zoomen in op het voor mij nieuwe gegeven dat Grotenhuis meldde, namelijk dat minister Klink een uitgesproken mening heeft:
‘Hij moet niets hebben van niet wetenschappelijk erkende geneeswijzen. Hij wil geen kwaliteitsstempel zetten op wetenschappelijk gezien onzinnige behandelingen. Sterker nog, hij zou homeopathische en andere alternatieve artsen het liefst uit het artsenregister schrappen.’
Hoe komt minister Klink daaraan? Welke ervaringen hebben hem dit ingegeven? Een van de reacties, van een zekere Michael, bevestigt in ieder geval deze bewering van Grotenhuis. Je weet natuurlijk nooit of zo’n min of meer anonieme reactie waar is. Maar opmerkelijk is hij wel. Staatssecretaris Jan Kees de Jager wordt er een aparte rol in toebedeeld:
‘Dat de staatssecretaris van Financiën hier als kop van jut fungeert ten dienste van, ja zelfs in de rol van lakei figureert voor de minister van VWS, is staatsrechtelijk zeer opmerkelijk. De staatssecretaris wilde de Tweede Kamer namelijk, in lijn met de motie-Vendrik uit 2007, in het belastingplan 2009 alsnog tegemoet komen door voor complementaire artsen de BTW-vrijstelling te handhaven. Dat voornemen is echter door de minister van VWS gesaboteerd doordat deze bewindsman, opererend achter de coulissen, de rol vervult als de regisseur van het plan om de hele complementaire geneeskunde op termijn om zeep te helpen, en waarvan zijn obstructie tegen handhaving van de BTW-vrijstelling slechts de eerste stap is. Om dit doel te bereiken, bedient de minister van VWS zich van de zogeheten “grote leugen”: iets met voorgewende stelligheid beweren dat hij graag voor waarheid gehouden wil zien, terwijl deze bewindsman weet of kan weten dat hij een doelgericht onjuiste voorstelling van zaken aan het parlement geeft. De waarheid is namelijk dat tussen het wetenschappelijke bewijs inzake de effectiviteit van de reguliere geneeskunde versus die der complementaire geneeskunde geen enkele principieel verschil maar hoogstens een gradueel verschil bestaat. Het merendeel der reguliere geneeskundige handelingen is namelijk – anders dan de minister van VWS ons en onze volksvertegenwoordigers wil doen geloven – helemaal niet wetenschappelijk aangetoond, zoals ook David in zijn reactie nummer 4 terecht constateert en hetgeen ook de ondubbelzinnige visie is van de directeur beleid van de KNMG, de organisatie van circa 60.000 artsen die voor het overgrote deel regulier werken.
De “grote leugen” van onze minister van VWS, zonder het verkondigen waarvan zijn afkeer van complementaire geneeskunde als een plumpudding in elkaar zakt, dient door onze volksvertegenwoordigers tot de fundamenteel “ware” proporties te worden teruggebracht. De reguliere geneeskunde moet dan ook, anders dan de heer Ab Klink voor ogen staat, worden verrijkt met de integratie van bewezen complementaire behandelwijzen daarin.’
De David uit reactie 4 is ongetwijfeld David Kopsky, de secretaris van Iocob, die een uur voor deze reactie van Michael had geschreven:
‘Het argument van Ab Klink, de minister van VWS, dat reguliere geneeskunde evidence based is en alternatieve geneeskunde niet-evidence based is, is geheel ongefundeerd. Het verschil tussen alternatief en regulier is nagenoeg niet te maken. Namelijk wat bewijsvoering betreft, zegt Lode Wigersma, directeur Beleid van de KNMG in Nummer 40, najaar 2008, van Het Weleda Artsen Forum: “Ja, van alle dingen die je als arts doet is hoogstens 30 procent evidence-based. Als je je daar toe zou beperken, zou je de patiënt tekort doen. In ons standpunt over professionaliteit staat dan ook dat je primair het belang van de patiënt voor ogen moet houden. Ook als je daarvoor af moet wijken van EBM.” (Zie http://www.iocob.nl.)
Wat betreft Evidence based behandelingen op het gebied van complementaire en alternatieve behandelwijzen (CAM), zijn er vele studies en meta-analyses gepubliceerd die ondubbelzinnig aantonen dat vele vormen van deze therapieën effectief zijn, kostenbesparend werken en veilig zijn. De heer Klink zou de IOCOB site eens moeten lezen om tot dit inzicht te komen, of wetenschappijke journals die duidelijk aangeven hoe de stand van zaken is op het gebied van CAM (eCAM van Oxford Journals). Een paar kostenbesparende studies kan hij vinden op http://www.iocob.nl/kosteneffectief/index.php. En over bewijsvoering, bekijk de rest van de site.’
Het meeste wat hij schrijft is op deze weblog van mij al aan bod gekomen. Over dat interview met Lode Wigersma schreef ik bijvoorbeeld een kleine vier weken geleden (mocht u dat ontgaan zijn, ik noem het maar even) op 23 september 2008 in ‘Het zaad van de haat’. Grote woorden, dat wel, maar niet helemaal onterecht dunkt me. De Bush-associatie komt onmiddellijk weer bovendrijven. – Goed, in ieder geval kwamen er nog meer reacties binnen. Die na die van Michael was van een A. ’t Zelfde, wat niets anders dan een pseudoniem kan zijn. Ook die laat ik weer in zijn geheel volgen. Bijster origineel ben ik op deze manier niet. Maar daar gaat het hier ondertussen ook niet meer om. Het is immers een gevecht van erop of eronder, zoals Aertjan Grotenhuis gisteren al schreef.
‘Om vooraf ieder misverstand te vermijden; ik neem de reguliere geneeskunde bijzonder serieus en vind het ongelooflijk wat deze allemaal heeft bereikt en presteert. In de hele discussie over reguliere en alternatieve geneeskunde wordt echter volgens mij veel te weinig rekening gehouden met het algemeen bekende feit dat in veel gevallen ziekten en kwalen kunnen worden genezen door het lichaam/de geest de goede impulsen te geven om tot “zelf” genezing te komen (terrein van de bijv. de homeopathie en antroposofische geneeskunde; ook echte aandacht en goede zorg vallen hieronder) c.q. belemmeringen weg te nemen (bijv. acupunctuur, al honderden jaren tot op heden de officiële geneeskunde in China).
Vaak is het nodig om de kwaal/ziekte direct te bestrijden. (bijv. bij een gebroken been, hardnekkige eczemen of veel ernstige, al dan niet levensbedreigende situaties c.q. ziekten). Voor de laatste categorie moeten we ons gelukkig prijzen dat de reguliere geneeskunde ons hierbij ten dienste staat. Dat hiervoor de strenge dubbelblind methode voor medicijnen en behandelmethoden als maatgevend wordt beschouwd, is misschien wat “over de top”, maar geeft natuurlijk wel een hoge mate van zekerheid. Dat de dubbelblind methode onverkort als eis wordt gesteld voor medicijnen en behandelmethoden die het lichaam stimuleren tot genezing is een methodologische misser, en het is ondanks alle pretenties allesbehalve wetenschappelijk en het miskent zelfs het algemeen bekende feit dat er middelen en methoden zijn die genezing stimuleren i.p.v. de kwaal/ziekte rechtstreeks bestrijden. Ik denk dat het hard nodig is dat ten principale onderkend wordt dat genezing op verschillende wijze mogelijk is en dat een goede testmethode wordt ontwikkeld – anders dan de dubbelblind methode – om de werkzaamheid van de zg. alternatieven medicijnen en methoden te toetsen. Dit helpt ook ter bestrijding van allerlei echte onzinmedicijnen, -therapieën en kwakzalvers.
Naar mijn mening zit de oorzaak van het probleem dat in deze discussie naar voren komt bij degenen die – begrijpelijk – kwakzalverij bestrijden, maar vervolgens vervallen in wetenschappelijk dogmatisme, niet openstaan voor nieuwe gezichtspunten en zelfs zover gaan dat zij de praktijk negeren en zelfs bestrijden omdat zij dat niet kunnen rijmen met hun zogenaamde wetenschappelijke inzichten (grote aantallen evaringsdeskundigen worden niet serieus genomen of zelfs voor gek versleten; volgens de NRC werd recent de direkteur van de medische faculteit van de VU zelf nagedragen dat hij een “duistere kant” heeft omdat hij wetenschappelijk onderzoek heeft toegestaan naar de werking van alternatieve medicijnen). Vooralsnog ben ik al tientallen jaren zeer tevreden met een erkende, afgestudeerd reguliere arts – die mij goed werkende en goedkope antroposofische c.q. homeopathische middelen voorschrijft als dit nodig is en niet aarzelt om reguliere middelen voor te schrijven als dit nodig is. Ik ben uiteraard niet tevreden met het feit dat de goedkope en goedwerkende alternatieve middelen niet worden vergoed, terwijl ik wel mijn volledige ziekteverzekering betaal; waarin begrepen de kosten voor vergoeding voor de duurdere reguliere middelen die ik niet gebruik. Voorts blijf ik mij verzetten tegen politici en zg. wetenschappers en deskundigen en die mij het onmogelijke proberen wijs te maken, namelijk dat iets op wetenschappelijke gronden niet kan werken, terwijl tien- c.q. honderdduizenden mensen waaronder bekenden, mijn gezinsleden en ikzelf, bij herhaling hebben ervaren dat het wel werkt.’
Je mag je gelukkig prijzen als je op je weblog zulke reacties krijgt. Meteen wordt duidelijk wat voor belangrijke functie zo’n soort weblog kan hebben. Maar hiermee is het nog niet gedaan – nog lang niet waarschijnlijk. Vandaag kwam een nieuwe reactie binnen, de eerste van deze zondag, een uiterst relevante ook, ondertekend door ‘Sonny’:
‘De minister van VWS slaat de plank helemaal mis wat betreft het door hem veronderstelde wetenschappelijke bewijs van de reguliere geneeskunde (EBM). Zijn standpunt wordt eveneens afgewezen door de directeur Beleid van de KNMG.
Als de minister van VWS het Position Paper van de CAM-ARTSEN zou hebben geraadpleegd, zou hij daarin hebben kunnen lezen dat volgens een recente publicatie in de British Medical Journal bij 2500 reguliere behandelingen is onderzocht wat daarvan de (bewezen) effectiviteit is. Het resultaat van dat onderzoek moet voor de minister van VWS bijzonder onthutsend zijn. Slechts 13% van de toegepaste behandelingen werd heilzaam bevonden, slechts 23% vermoedelijk heilzaam, 8 % schommelde tussen heilzaam en schadelijk, 6 % was vermoedelijk niet heilzaam, 4% waarschijnlijk niet werkzaam of zelfs schadelijk, en van maar liefst 46 %, het grootste percentage, was de effectiviteit geheel onbekend. De conclusie uit dat breed opgezette onderzoek is dan ook dat het merendeel van de reguliere geneeskunde geen wetenschappelijke basis heeft, en dus niet EBM is, zodat de minister van VWS in dit opzicht een volstrekt valse tegenstelling suggereert tussen reguliere en complementaire behandelwijzen.
Het lijkt er dan ook sterk op dat de minister van VWS zich hier heeft laten blinddoeken door de hijgerige standpunten van de Vereniging tegen de Kwakzalverij die al jaren doende is om aan de Nederlandse bevolking een totalitaire geneeskunde op te dringen. Zo ver mag het echter nooit komen. Als de patiënt volledig overgeleverd dreigt te worden aan een nog goeddeels onbewezen strikt reguliere geneeskunde, is dat een nachtmerrie voor iedereen voor wie het zelfbeschikkingsrecht over zijn eigen gezondheid een onvervreemdbaar goed is. En bedenk daarbij wel, regeringen komen en gaan, ministers van VWS komen en gaan, maar het grondrecht om in volle omvang over het eigen lijf te beschikken, dient uitsluitend aan de burger te blijven toekomen, en behoort niet te worden ontfutseld door een minister van VWS die zich hier op wankele gronden het aureool van onfeilbaarheid heeft aangemeten.’
Een klein half uur later was er alweer een volgende reactie, dit keer wel volledig ondertekend, namelijk door Arnold Deckers, iemand die binnen een gezondheidscentrum met reguliere huisartsen heeft gewerkt:
‘Door de BTW maatregel en de halsstarrige houding van VWS wordt CAM geneeskunde gediscrimineerd t.o.v. de reguliere geneeskunde. Dit terwijl er in verschillende praktijken al een goede samenwerking is ontstaan tussen de reguliere huisartsen en CAM artsen. Deze maatschappelijke ontwikkeling wordt nu door VWS belemmerd in plaats van bevorderd.Met drie artsen voor homeopathie en een arts voor acupunctuur hebben wij 10 jaar lang gefunctioneerd binnen een gezondheidscentrum met reguliere huisartsen. De samenwerking was prima, en de CAM geneeskunde was een aanvulling op reguliere geneeskunde. Uitgangspunt voor de samenwerking was het vooropstellen van de centrale functie van de huisarts binnen de gezondheidszorg. De functie van deze medisch deskundige gezondheidscoach is in de huidige geneeskunde onontbeerlijk. Mijns inziens wordt de functie en de kwaliteit van de huisartsgeneeskunde in Nederland nog steeds, ook door VWS, fors ondergewaardeerd. Het idee dat CAM en reguliere geneeskunde tegenover elkaar staan wordt door de houding van VWS bevorderd, terwijl er in het veld bij de CAM artsen een hoge waardering is voor de huisartsgeneeskunde. De minister kan hiervoor de gedragscodes van de verschillende CAM artsenverenigingen raadplegen.
Met de centrale positie van de huisarts als uitgangspunt hadden wij een aantal afspraken gemaakt, bijvoorbeeld dat de CAM artsen zelf geen reguliere medicatie zouden voorschrijven, dat ze de patiënt niet zelf zouden doorverwijzen naar de specialist, etc. Deze afspraken werden in onderling overleg vastgesteld. De samenwerking verliep op deze wijze uitstekend en zo nodig was er overleg. Een overleg waarin het van twee kanten mogelijk was ook ieders [!] beperkingen in therapeutische mogelijkheden te bespreken. Respect voor elkaar en communicatie [hoor ik Balkenende ?] waren voldoende om een ‘anti-vóór’ situatie om te zetten in een synergetische win-win-win situatie, waarbij het meeste gewin de patiënten ten deel viel.
In de moderne huisartsgeneeskunde heeft de huisarts de regie, maar werkt hij niet solitair. Hij werkt samen met gespecialiseerde verpleegkundigen, GZ psycholoog, fysiotherapie etc. Binnen dit veld kan de CAM geneeskunde als complementaire geneeskunde een waardevolle en extra aanvulling zijn op de reguliere geneeskunde. In verschillende CAM praktijken bestaat er al een uitstekende samenwerking met de huisartsen. Deze ontwikkelingen in het veld worden nu door de overheid niet gesteund maar juist belemmerd. VWS verschanst zich achter oude stellingen in plaats van de ontwikkelingen in het veld te volgen en te reguleren, in het belang van een gezonde gezondheidszorg. VWS lijkt in deze ontwikkeling te fungeren als een “Klink” in de kabel. De eenzijdige stellingname van VWS werkt polariserend en de tegenstelling tussen vóór- en tegenstanders van CAM geneeskunde wordt erdoor aangewakkerd. Een regulerende overheid die verantwoorde samenwerking tussen CAM geneeskunde en reguliere geneeskunde bevordert, zou mijns inziens te prefereren zijn boven een polariserende overheid.’
Kan het duidelijker? Laten de Tweede Kamerleden dit alles tot zich doordringen, dan is het toch duidelijk welke kant het opmoet. Zou Minister Klink zich tot negatief populisme verlagen, in het kielzog van het ongenuanceerde gebrul van de Vereniging tegen de Kwakzalverij? Je kunt het je eigenlijk niet voorstellen. Nou ja, George Bush is ook maar liefst acht jaar aan het bewind geweest...

woensdag 15 oktober 2008

In Memoriam

Afgelopen donderdag is geheel onverwacht mijn vader overleden. Hij was op de fiets onderweg naar zijn geliefde watersportvereniging toen hij getroffen werd door een hartaanval.

Albert Gouke Johannes

Voor mijn Pa draaide het hele leven om de kunst van het varen.
En om te kunnen varen in het leven zijn 3 zaken van belang:
Voorbereiding is het halve werk, zorg dat je je gereedschap voor elkaar hebt, en waarom zou je het makkelijk doen als het ook mooi kan?

Veel later pas heb ik mij gerealiseerd dat ze zijn te vergelijken met het idee van Plato dat bestaat uit: ‘Het Goede, Het Ware en Het Schone’.

Het Goede is vooral het besef waar het om gaat in het leven, wat je hier te doen hebt en waar je als mens naar toe moet; wat jou tot een goed mens maakt. Waar kom ik vandaan en waar wil ik heen? Het is je Koers.

Het Ware is de oprechtheid waarmee je de dingen doet, de essentie van de elementen in het leven waar je het mee te doen hebt. Om oprecht te zijn moet je een idee hebben waar die elementen uit bestaan. En dat had mijn vader.

Het Schone heeft altijd een belangrijke rol in het leven van mijn vader gespeeld. Hij realiseerde zich dat hij weliswaar een talent had, maar nooit een groot kunstenaar zou zijn, er moest immers brood op de plank komen. Hij was daarin heel aards en nuchter. Ik ben opgegroeid met die aarzeling en zijn terughoudendheid, en uiteindelijk voelt het alsof ik zijn dromen en ambities toch een klein stapje verder heb kunnen voeren als dat hij ze kon zetten. Als de zoon die in de voetstappen treed van zijn vader, en dat is goed.

Op latere leeftijd maakte de pracht van de wereld een steeds groter deel uit van zijn leven. De natuur, en met name het water en het strand waren hem zeer lief, hij genoot van de wereld om hem heen en hoe hij daar doorheen kon varen.
Toen hij te oud werd om te varen met zijn eigen bootje deed hem dat pijn, maar zonder morren deed hij wat hem het beste leek, hij nam afscheid van de Meerkoet en voer voort. Hij gaf het stokje door en de herinnering aan alles dat hij beleeft had was hem daarna voldoende.

Zonder het waarschijnlijk nou echt te beseffen heeft hij mij deze vaarheden als koeien allemaal geleerd terwijl ik opgroeide. Pa duwde mijn bootje af toen ik acht was, hij zette mij in een Piraatje en hij wenste mij veel plezier. Hij heeft mij leren varen lang voordat ik mijn eigen rugzakje gevuld had met eigen kennis en ervaringen, zodat ik het onderscheid zou voelen tussen goed en kwaad, tussen recht en krom, en tussen mooi en lelijk.
Ik had luidruchtige discussies met hem, over waar het nou over ging en hoe het leven geleefd diende te worden. Ik was het daarbij vaak niet met hem eens, maar ik heb nooit zijn integriteit in twijfel getrokken. Hij was altijd eerlijk en oprecht. Ik heb wel eens gedacht dat wij elkaar op aan het voeden waren.
In de heftigste discussies met hem was de strijd vaak onbeslist, maar hij heeft mij daardoor geleerd niets aan te nemen zonder mij af te vragen wat ik ervan vind, hoe het voor mij voelt. Ik heb vooral van hem geleerd oprecht en eigenwijs te zijn. Maar ook te luisteren en te horen wat een ander voelt of vind.

Hij heeft mij en mijn zusjes door zijn liefde alles geboden om te kunnen zijn waarvan wij ook maar konden dromen. We konden naar een goede school, thuis was het warm, en ik heb mij steeds heel beschermt gevoelt in de wetenschap dat hij er altijd voor ons zou zijn als wij hem nodig mochten hebben. En als wij hem nodig hadden, dan was hij er ook altijd, zonder falen, zonder dralen. Hij heeft nooit verzaakt.

Mijn vader heeft altijd zijn eigen koers gevaren. Met veel moeite heeft hij zich ontworsteld aan het van religie vervulde nest waarin hij opgroeide. Zijn ervaringen in de oorlog, samen met zijn broers en zusters, en vooral ook met zijn maatje Herman van Dijk, hebben zijn leven gevormd. Hij kon niet anders als daar het gevolg van te zijn, maar hij heeft nooit een slachtoffer willen zijn. Hij deed zijn eigen ding en ging zijn eigen weg. En ondanks de afkeuring die hij daarin soms voelde stond hij voor wat hij geloofde. Hij wilde het goed doen in het leven dat hij gekregen had. Dat heeft hij gedaan, samen met zijn vrouw, onze moeder. Zonder haar voelde hij zich hulpeloos. Hij wist hoezeer hij Jellie nodig had om te zijn wie hij was.
En dat waren mijn eerste lessen…

Contact maken op hartsniveau vond hij lastig, want dat heeft hij vroeger nooit geleerd. Maar met zijn hartelijkheid was niets mis, omdat hij gaandeweg begrepen heeft wat hij in dit leven te doen had. En dat heeft hij gedaan, zonder te klagen, en met alles wat hij te bieden had en met wat hij in zijn mars had. Soms was dat niet genoeg, en dat deed hem dan verdriet, want hij wist donders goed wat belangrijk is in het leven, en wat bijzaken zijn. Pa was op koers, hij wist waar hij heen wilde. Hij was een optimist. (en ik vertelde hem dan dat een optimist een pessimist is met te weinig informatie… waar hij dan hartelijk om kon lachen!)

Op onze reizen over de Friese meren leerde hij ons de elementen kennen. Hij vertelde over de wind, het water en wat het betekent aan land te komen, je thuis te voelen. Ik had niet het idee dat hij hierin een plan had, maar hij deed het wel, vanuit zijn gevoel.
Opmerkzaamheid en respect voor de elementen, en een gevoel ontwikkelen voor de wind en het water bleken later in mijn leven niet alleen op een bootje van toepassing, ze gelden ook voor het leven, voor de grote boze buitenwereld.
Op 3 momenten in zijn leven dreigde zijn lijf hem in de steek te laten. Daar kon hij niets mee, en hij verdomde het om zomaar op te geven. Het was zijn tijd nog niet. Hij vocht om hier nog te kunnen zijn om zijn kinderen op te zien groeien. Om nog de tijd te hebben te genieten van wat het leven aan schoonheid en liefde te bieden heeft.

Ik heb er vrede mee dat hij er niet meer is, want het is mooi geweest. Ik ben blij dat hij niet nog een keer dat gevecht hoeft te voeren.
Het enige dat mij spijt is dat ik niet naast hem kon staan toen hij ging. Hij was op dat moment alleen, en dat vind ik een lastige gedachte. Ik was er graag voor hem geweest, maar het is niet anders.

donderdag 4 september 2008

Fantoompijn

Laatst schoot mij naar aanleiding van een incident met mijn vriendin en haar vriendin iets te binnen dat ik ooit las in Fantoompijn, het boek van Grunberg.
Daarin zegt een vrouw: “Weet je wat het probleem is met jullie mannen? Dat jullie niet kunnen neuken als jullie niet de hemel in worden geprezen.”

Dat is inderdaad een waarheid als een koe. Dat mannen geprezen dienen te worden om iets te presteren is niets nieuws, en is bovendien op veel meer van toepassing als slechts het matras. Complimenteer hem met de verbouwing van het toilet en hij begint spontaan aan de badkamer. Steek hem een veer in de reet over zijn communicatieve vaardigheden en hij lult je de oren van de kop, laat zelfs de televisie uit om maar een goed gesprek met haar te kunnen hebben. Hij verdiept zich nog eens in de vinologie na haar complimenten over zijn kennis van de wijn tijdens het etentje.

Maar wat is nou eigenlijk het probleem? Dat mannen voortdurend onder de maat presteren in de ogen van hun vrouwen, of dat vrouwen die complimentjes simpelweg hun strot niet uit krijgen?

Als je vrouw tot grotere hoogten te stimuleren is door haar te complimenten dan prijs je haar desnoods het graf in, als man. Voor de meeste mannen is dat trouwens de dagelijkse praktijk, of het nu gaat om hun uiterlijk of het huishouden of hun werk, vrouwen moeten voortdurend gestreeld worden om voort te gaan op de ingeslagen weg. Anders haken ze af, worden boos op hun vent omdat ze niet gezien worden in hun vrouwzijn, in hun rol als minnares en als moeder. Als je een weekje met je poten van haar afblijft, bijvoorbeeld omdat je even geen zin hebt vanwege de shit die je op je werk hebt, of omdat je pijn in je spieren hebt omdat je voor het eerst in jaren weer begonnen bent met sporten om dat buikje kwijt te raken waar ze je de laatste paar maanden over aan de kop zeikt, of omdat je even niet weet hoe je de eindjes voor de komende maand nou weer aan elkaar moet knopen.. Nou ja, je begrijpt het wel, stress en pijn in je donder zijn dodelijk op het matras.

Als je als vrouw de complimenten aan het adres van je man niet uit je strot krijgt kun je het voorveld uittekenen. Hij doet niets meer voor je. En dan kun je wel beweren dat mannen de hemel in geprezen dienen te worden om iets voor te stellen, maar geldt niet hetzelfde voor vrouwen? Gelukkig zijn mannen wat simpeler en geven grif toe dat zij zo tikken, lui als ze zijn. En vrouwen maken het zichzelf zo vreselijk moeilijk door mannen niet te geloven en hun eigen ervaringen en verwachtingen op hen te projecteren.
Wat is er nou op tegen je vent aan te sporen tot meer van wat jij graag wilt door wat complimentjes? Uiteindelijk gaat het slechts over je eigen verlangens, en daar kom je pas aan toe als je ook in staat bent de ander te zien. Het is de kunst uit het oordeel te blijven en de ander niet aan te spreken op zijn onvermogen, maar juist op hetgeen iemand wel kan…

Verwar je eigen verlangens niet met die van de ander. Spreek ze uit en waarschijnlijk krijg je precies wat je wilt.

Als je jouw verlangens niet uit kunt spreken doe je vooral jezelf tekort…

donderdag 14 augustus 2008

Sneeuwwitje

Met afstand de meest naieve slet ooit!
Een psycho-analyse van de kouwe grond, over en van een sprookje dat elk meisje al generaties lang fascineert. Waarom?
Omdat elke tiener worstelt met dezelfde dingen, en omdat van hun opvoeders geen relevante antwoorden te verwachten zijn, dat heeft de moderne geschiedenis inmiddels wel aangetoond.
Je raakt in problemen door de voorbeelden waarmee je opgroeit. Dat is voor een tiener een lastige constatering, dat begrijp ik. Je hebt immers niets anders als die voorbeelden uit je omgeving om op te varen!

Je word als opgroeiende tiener het huis van je vader uitgeflikkerd door je (stief-) moeder. Waarom?

Hoe oud is dat Sneeuwwitje nou eigenlijk? Een meisje van een jaar of 15, 16? Waarom wordt jou de deur gewezen? Wat denk je zelf dan?!!!
Omdat jij een lekker ding bent dat strak in het vel zit, en in het gelukkige bezit bent van borstjes en andere erogene lichaamsattributen die nog geen ernstige hinder ondervinden van de zwaartekracht. Dat hoort uit de aard der dingen bij de leeftijd die jij hebt. En eerlijk gezegd, in elke andere primitievere cultuur was jij op die leeftijd natuurlijk allang uitgehuwelijkt aan een of andere vent. Dus doe nou niet alsof het aan die achterlijke moslims ligt, die macho haantjes uit die cultuur zijn waarschijnlijk oprechter en minder verwart als een gezonde Hollandse jongen…
Omdat je nog geen idee hebt over de lust van mannen en op die leeftijd nog naïef genoeg bent om de doortrapte strategieën van die geile mannen nog niet te doorzien, laat je je verleiden tot allerlei vreemde attitudes naar mannen, waardoor (stief)mamma vervolgens niet de aandacht heeft van die mannen die zij zo graag zou willen hebben. Jouw onbekendheid met de aard van mannen maakt je nieuwsgierig, en je eigen nieuwe, onzekere gevoelens over je opbloeiende vrouwelijkheid maken je kwetsbaar, maar ook aantrekkelijk voor mannen, en natuurlijk vooral ook voor jongetjes die met dezelfde gevoelens worstelen als jij…

En mamma word steeds meer gefrustreerd door de aandacht die jij wel krijgt, en zij niet…

Mamma weet inmiddels wel hoe het zit met die mannen, bewust of intuitief. En dan begrijp jij er niets van en verslijt jij je moeder voor een afvallige vrouw, omdat zij je eerst heeft verteldt dat mannen leuk zijn, en als die mannen jou leuk beginnen te vinden vindt zij jou plots niet meer leuk. Hoe kan dat nou? Boos begin je alles te doen waar mamma je voor gewaarschuwt heeft, ook pappa is niet meer zichzelf, want hij trekt partij voor die heks van een moeder! En jij bent alleen maar op zoek naar antwoorden op je vragen.

Je hebt natuurlijk geen idee van de invloed die deze heks over je vader heeft. Je zag hem immers als je vader, jouw held, en niet als een man. Je hebt nog geen idee wat vrouwen met mannen kunnen doen. Pappa kan er niets aan doen, hij is pappa. Je moeder gaat jou toch niet vertellen hoe dat zit met vaderfiguren? Ze vertelt je over prinsen, maar toch niet over vaders?! Want dat ruikt naar incest, en dat is verboden. Het is beter de boodschap over mannen te verpakken in dat mysterie van de prins, daarmee stel je dat lastige verhaal als moeder nog even uit en dan kan je even nadenken over het meest politiek correcte antwoord. We zien wel. Oma had al geen idee, dus hoe kan mamma een vraag stellen dan?
Je herkent je eigen moeder niet meer, het moet wel iemand zijn die niets met jouw familie te maken heeft, het is een heks, een stiefmoeder! Het sprookje is geboren…

De jager die opdracht heeft je te vermoorden krijgt het niet over zijn hart jou om te brengen. Waarom?

Je loopt (toevallig?) het huis binnen waar 7 mannen wonen. De bedjes zijn wel een beetje klein, maar je legt je desondanks te slapen. Waarom?

Je leeft vrolijk samen met 7 mannen. Waarom?

Je stiefmoeder krijgt er maar geen genoeg van zich met jou te meten. Waarom?

Na het eten van het verboden fruit ben je jarenlang schijn-dood. Waarom?

De 7 mannen stellen jou in een glazen kist tentoon. Waarom?

Een prins kust je na een lange, diepe slaap wakker. Waarom?

Wat is dat voor eikel eigenlijk, die prins? Waarom?

En dan worden de schoonheid en de eikel heersers over het rijk. Waarom?

En toen leefden zij nog lang en gelukkig. Waarom?

En met dit soort onzin voeden wij onze dochters op? Vooral de moeders van die meiden zouden beter moeten weten, maar ja, die zijn daar ook mee opgevoed dus die weten niet beter. Het blijven meiden, en hoewel zij hardnekkig beweren volwassen geworden te zijn lijkt daar in deze context weinig sprake van te zijn. De mythe van de kwade stiefmoeder en de schone prins op het witte paard is lastig uit te roeien zolang wij onze dochters dit soort rommel blijven voeren. En als opgroeiend jong manspersoon, schoon of niet, te paard of in de auto, weet je ook niet veel beter als dat het meisje dat jouw hart begeert slechts te gewinnen is als jij die prins bent. Dus is een grote pik verlangd, of het substituut daarvoor, gezonde genen, een dikke auto en een dikke portemonnee. Het toneelstuk ligt op de loer, en het loopt dan ook gierend uit de klauwen, want die schone jongeling is immers geen prins. En ergens, onbewust, weet hij dat… Hij heeft geen idee hoe aan de vraag te voldoen.


Ik ben ouder nu, maar ik pis nog steeds tegen de wind in.

Want die vijftienjarigen zijn in hun onbevangenheid vaak wijzer dan hun moeders, en ik heb te doen met de moeders…

Bij de emancipatie van de vrouw hebben we de man vergeten, uit de aard van de revolutie is dat natuurlijk evident. Nu staat er een generatie vrouwen en meisjes in de westerse wereld waar geen man meer iets van begrijpt. Dus wat doen die prinsen? De kont tegen de krib! Het duurt soms even eer die schone jongelingen door hebben waar het die slecht opgevoede prinsesjes op de erwt om te doen is, maar als het kwartje eenmaal gevallen is haken de prinsen af. Tegen de tijd dat ze dertig zijn is het merendeel gescheiden en in het gelukkige bezit van een uitspraak van de rechter die hen verplicht tot alimentatie voor de kinderen en een minnares die nog veel meer geld kost.

In het bovenstaande komt regelmatig de vraag waarom voor. Het antwoord op die vragen lijkt mij bijzonder relevant. Niet alleen voor de pappa’s en de mamma’s, maar vooral voor de zonen en dochters…

maandag 4 augustus 2008

Agressie, de magie van kracht én verbinding

Agressie en kracht wordt gemakkelijk beschouwd als gewelddadig overschrijden van grenzen waardoor mensen zich onveilig voelen. Dan veroorzaken agressie en kracht gemakkelijk verwijdering tussen mensen. Kijk maar naar wat er rond de agressie van Amerika en Irak gebeurde met de internationale eenheid van het westen en met de kloof tussen het westen en de Arabische wereld. Kijk ook maar wat er gebeurt in liefdesrelaties en werkrelaties. Zo zijn er veel voor­beelden, ook in mijn eigen leven, die lijken te bevestigen dat agressie en kracht verwijdering teweeg­brengt, terwijl het ons, denk ik, uiteindelijk allemaal te doen is om contact, ontmoeting en verbinding. Kan agressie en kracht ook ten dienste staan van verbinding en eenheid? Het moet toch kunnen dat ik met kracht voor mezelf sta, voor wat ik wil en waar mijn grenzen liggen en tegelijkertijd in verbinding blijf met mezelf én de ander? Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan omdat de heersende ideeën daarover voor mij soms verwarrend zijn. Wat zeggen míjn ervaringen?

In hoeverre kan ik de ruimte nemen om te zeggen waar mijn grenzen liggen? Mag ik dat geboorterecht desnoods met agressie beschermen als mensen mijn recht op mijn ruimte dreigen te schenden? Als ik mijn ruimte neem en mijn grenzen trek, neem ik dan ruimte van een ander af? Mijn oude angsten voor afwijzing en niet te gezien worden, fluisteren me in dat ik me maar beter kan aanpassen. Of moet ik mijn kracht inslikken en me kleiner maken zodat de ander niet hoeft te schrikken? Zeker niet. Mijn drang naar trouw aan mezelf moedigt me aan om zonder omhaal van mijn geboorterecht op mijn ruimte gebruik te maken zonder me daarbij op te blazen. Desnoods zet ik dat kracht bij als een ander dat recht over het hoofd ziet of het bedreigt, bijvoorbeeld door begrip te vragen voor wat ik wil en aangeven waar mijn grenzen liggen, én begrip hebben voor de schrik van een ander? Als dát zou kunnen? Ja, waarom niet?

Een verlangen dat voor mij steeds weer als kwetsuur op komt, is die van “gezien worden”. Als ik met kracht respect voor mijn wensen en grenzen afdwing, voel ik me dan eigenlijk gezien? Eerlijk gezegd niet. Zoiets van “Zou ik het ook gekregen hebben zonder mijn controle?” Dan voel ik nog steeds geen bevredigende verbinding. En daar is het me uiteindelijk toch om te doen. Ik wil graag gezien worden, laten zien wat het me doet, mijn kwetsbaarheid, wat ik dan nodig heb, en natuurlijk ook mijn stevigheid.

In het verleden heb ik me regelmatig gekwetst gevoeld omdat ik me niet gezien voelde. Mijn vader heeft me vaak gezegd: jongen, denk toch eens na voor je wat zegt (introject). Hij vond het lastig om mijn bespiegelingen te horen. Ik heb dat opgevat als “ik ben lastig”. Daarom heb ik de strategie ontwikkeld om me in stilte voor te bereiden en dan alleen met kracht mijn conclusies, wensen en grenzen te presenteren. Want die kon mijn vader wél horen. En tegelijkertijd speelt de gedachte mee van “Ik kijk wel uit om me nog een keer kwetsbaar te tonen; ik ga niet solliciteren naar een volgende koude douche!”
Dus dan maak ik het proces dat ik doormaak onzichtbaar, maar het resultaat zál je zien. Dat ziet er aan de buiten­kant al snel uit als “een en ander regelen” ofwel hem voor mijn karretje spannen en dat roept terecht verzet op.

De andere kant ken ik ook goed, namelijk vooral mijn kwetsbaarheid tonen en niet mijn kracht. Dat gaat al snel lijken op een hulpeloos kind dat zit te wachten tot de ander voor hem gaat zorgen. Dit is een andere manier om een ander voor mijn karretje te spannen. Dus ook een vorm van agressie. Ook dat stoot af; geen lekkere verbinding.

Dus of ik nou op die manier mijn kracht inzet of mijn kwetsbaarheid, ik heb nog steeds niet het bedoelde contact. Ik ben dan in feite steeds met grenzen bezig als lijnen die mij scheiden van wat ik wil hebben of die overschreden worden als iemand iets van mij wil hebben. Ik heb hierbij jarenlang wanhoop gevoeld. Het voelde alsof mijn behoefte om gezien te worden en mijn agressie om mijn behoefte vervuld te krijgen, het contact met mijn eigen hart / kern in de weg stond. Maar hoe ga ik dan wel in contact?

Een belangrijke doorbraak rond mijn agressie heeft te maken met het feit dat ik me kan irriteren en kwaad maken als iemand iets in mijn ogen niet goed doet. Ik bleek het mezelf niet te kunnen vergeven als ik zo zou doen als de ander. Ik projecteerde mijn eigen tekortkomingen op anderen en gaf hen op hun kop. Een tijd geleden ben ik in een zweethut met tien mannen hier onbeschaamd voor uitgekomen. Ik heb mezelf in hun aanwezigheid vergeven dat ik minder volmaakt was dan ik mezelf wijs had gemaakt. Dat was een opluchting. Het spijt me dat ik soms mensen met mijn agressie afwijs, dat ik die mensen daarmee geen recht doe en met name ook mezelf en mijn verbondenheid met hen geen recht doe. Mezelf vergeven en met mildheid en compassie bekijken, geeft me meer gemak. Het blijkt mijn manier van kijken naar anderen meer te vervullen van begrip voor hún weg. Ik realiseerde me dat het een teken van groei is dat ik bij het achterom zien nu wél merk dat ik mezelf en anderen soms pijn heb gedaan. Dus het zou zonde zijn als ik mezelf met dit inzicht juist verwijten zou maken. Mezelf vergeven helpt me verder, met name in het contact met mijn eigen hart / kern.

Mijn kracht verandert dan van de kracht om mijn behoefte vervuld te krijgen, in kracht om bij mijn hart / kern te blijven en van daar uit te leven, een kracht die rust en vertrouwen uitstraalt. Dat is een kracht die steeds uit gaat van de verbinding waarin ik leef. Deze verbinding is alleen niet voelbaar als ik mijn kracht inzet uit angst dat mijn behoefte niet vervuld wordt. Een verbinding is bevredigend/voedend als ik vanuit mijn hart leef.

Door deze verandering is de manier waarop ik mij profileer en met mijn grenzen omga veranderd. Grenzen zijn enerzijds een scheiding tussen jou en mij. En tegelijkertijd bieden ze dé mogelijkheden tot verbinding. Mijn grenzen helder neerzetten is prima, anders loop ik het risico dat mijn grenzen vervagen waardoor ik mezelf onzichtbaar maak en de ander niet meer voelt waar ik sta. Zoals in een emmer snot: je kan grijpen wat je wilt maar je krijgt niemand te pakken. Hallo, is er iemand thuis? Ik voel de wens om me eerst met mijn grenzen los en zichtbaar te maken vóór ik mij verbind. Alsof dat de enige goede volgorde voor mij is. Zonder grens dus geen contact.

maandag 21 juli 2008

Katjes en handschoenen

Op elk moment ligt zij op de loer, bereidt genadeloos toe te slaan. Vooral als je het niet verwacht heeft zij haar nagels gereed. En als je op het ergste bent voorbereid krijg je een knuffel van haar. Zo zijn ze, die katjes. Nu ik er over nadenk, ik ken nog zo'n soort... vrouwen!